FAQ

WELKE LANDEN NEMEN DEEL AAN HET MEDIA PROGRAMMA?

België, Bulgarije, Cyprus, Denemarken, Estland, Letland, Litouwen, Duitsland, Finland, Frankrijk, Griekenland, Groot-Brittannië, Hongarije, Ierland, Italië, Luxemburg, Malta, Nederland, Oostenrijk, Polen, Portugal, Slovenië, Slowakije, Spanje, Tsjechische Republiek en Zweden.
De landen van de EER (Europese Economische Ruimte): Liechtenstein, Noorwegen en IJsland. Sinds medio 2006 neemt Zwitserland deel aan het MEDIA Programma. In januari 2007 is ook Roemenië toegetreden; in 2008 Kroatië.

 

IS ER EEN VOORKEURSBEHANDELING VOOR BELGIË ALS ‘KLEIN’ LAND?

In alle maatregels van het MEDIA Programma wordt prioriteit gegeven aan projecten uit landen met een zogenaamde lage productiecapaciteit. Dit zijn: België, Bulgarije, Cyprus, Tsjechië, Denemarken, Estland, Finland, Griekenland, Hongarije, Ierland, IJsland Letland, Liechtenstein, Litouwen, Luxemburg, Nederland, Noorwegen, Malta, Oostenrijk Polen, Portugal, Slovenië, Slowakije, Zweden en Zwitserland.
De zogenaamde grote vijf zijn: Frankrijk, Groot-Brittannië, Duitsland, Spanje en Italië.

De projecten die subsidies van MEDIA ontvangen, worden gekozen uit alle Europese inzendingen. Er is met andere woorden geen quotum per land.

 

HOE STRIKT IS HET EACEA MET DE DEADLINES EN DE AANVRAAGFORMULIEREN?

Zeer strikt: aanvragen die na deadline binnenkomen worden doorgeschoven naar de volgende deadline. Voor de beoordeling geldt de datum van de poststempel en dat mag de datum van de deadline zijn. De aanvragen moeten compleet zijn. Indien er een document of handtekening mist, wordt de aanvraag onontvankelijk (‘ineligible’) verklaard. Een nieuwe aanvraag kan pas weer worden ingediend van zodra er een nieuwe oproep is verschenen.

 

SUBSIDIEERT HET MEDIA PROGRAMMA OOK PRODUCTIE?

Het MEDIA Programma ondersteunt niet de productie van speelfilms. Wel kan er een bijdrage worden aangevraagd voor de productie van televisieprojecten, de zogenaamde televisiedistributie. Met deze maatregel kunnen onafhankelijke producenten ondersteuning krijgen voor producties waarin minimaal twee omroepen uit verschillende lidstaten met een verschillend taalgebied participeren (in de vorm van een coproductie). Voor speelfilms en theaterdocumentaires bestaat het coproductiefonds Eurimages van de Raad van Europa waar wel een bijdrage voor de productie kan worden aangevraagd.

 

WAT HOUDT HET PROGRAMMA I2I AUDIOVISUEEL VAN DE EIB IN?

De Europese Investeringsbank (EIB) heeft samen met de Europese Commissie de actie ‘Groei en de audiovisuele sector: Audiovisueel i2i-initiatief’ in het leven geroepen om de toegang voor onafhankelijke producenten tot externe financieringsmogelijkheden te vergemakkelijken. Het is een speciale subsidie voor de audiovisuele sector die de kosten kan dekken van de audiovisuele verzekering verbonden aan de lening bij de bank, de uitvoeringsgarantie (de zogenaamde ‘completion bond) en de financieringskosten. i2i heeft als doel de kloof tussen de Europese bankiers en producenten te dichten. Het i2i budget staat los van het MEDIA budget. Alleen de uitvoering van de maatregel ligt bij MEDIA.

 

IK BEN SCENARIOSCHRIJVER, KAN IK STEUN VOOR ONTWIKKELING AANVRAGEN?

Neen, alleen rechtspersonen kunnen steun voor ontwikkeling aanvragen. Aanvragen moeten ingediend worden door onafhankelijke Europese productiebedrijven. Wel interessant voor scenarioschrijvers zijn de scenario-opleidingen die door het MEDIA Programma worden ondersteund.

 

KOMT EEN KORTFILM IN AANMERKING VOOR ONTWIKKELING?

Neen. De maatregel voor ontwikkelingssteun is voor projecten met een minimale lengte van 24 minuten (animatie), 25 minuten (documentaire) of 50 minuten (fictie).

 

WAT WORDT BEDOELD MET DE TERM ‘CREATIEVE DOCUMENTAIRE’?

Volgens de definitie die het MEDIA Programma hanteert, vereisen creatieve documentaires substantieel origineel schrijfwerk en moeten ze de visie van de maker weergeven. MEDIA ondersteunt geen actualiteitenrubrieken, dierendocumentaires, talkshows, realityshows, docusoaps, school- en how-to-programma’s, of producties die bedoeld zijn om een instituut te promoten.

 

IK HEB TWEE PROJECTEN DIE IK WIL INDIENEN VOOR ONTWIKKELINGSSTEUN, KAN DAT?

Neen. Bij de steun aan ontwikkeling van individuele projecten kan slechts 1 project per oproep worden ingediend. Voor de steun voor een pakket van projecten (slatefunding: minimaal 3 projecten) zijn de eisen een stuk strenger. Deze maatregel is voornamelijk bedoeld voor de grotere en meer ervaren productiebedrijven die werkzaam zijn op de internationale markt.

 

MOET IK EEN BUITENLANDSE PARTNER HEBBEN ALS IK EEN AANVRAAG VOOR DE ONTWIKKELING VAN EEN PROJECT WIL DOEN?

Neen, het hoeft niet strikt noodzakelijk om een co-development of coproductie te gaan. Wel is het zo dat de voorkeur van de Commissie uitgaat naar Europese samenwerking. Een belangrijke vereiste is dat het ingediende project interessant is voor de Europese en internationale markt. Het bewijs van interesse van buitenlandse partners (distributeurs, kopers of coproducenten) zal een positieve invloed hebben bij de behandeling van de aanvraag. Een aanvraag waaruit deze aantoonbare interesse niet blijkt, staat zeer zwak. Verder is van belang dat blijk gegeven wordt van een visie op de wijze waarop men het project op de Europese markt wil brengen.

 

IK WIL GRAAG EEN VAN DE OPLEIDINGEN VAN HET MEDIA PROGRAMMA VOLGEN. KAN IK HIERVOOR BIJ JULLIE EEN BIJDRAGE KRIJGEN?

Neen, de steun van het MEDIA Programma gaat naar de organisatie die de opleiding aanbiedt. Er kunnen bij het MEDIA Programma geen individuele beurzen worden aangevraagd voor het volgen van een opleiding. Wel moeten alle geselecteerde opleidingen een deel van hun budget beschikbaar stellen voor beurzen aan deelnemers uit vooral de zogenaamde nieuwe lidstaten, om zodoende een goede geografische spreiding van de deelnemers te krijgen.

Steun kan je wel aanvragen bij het Vlaams Audiovisueel Fonds (klik hier) of mediarte.be.

 

KAN IK VIA HET MEDIA PROGRAMMA MIJN FILM/PROGRAMMA LATEN VERTALEN EN ONDERTITELEN?

De steun voor dubbing en ondertiteling zit verweven in de diverse steunmaatregelen op het gebied van distributie en kan uitsluitend aangevraagd worden door een distributeur uit een ander land dan het land van herkomst van de film.

 

IK BEN REGISSEUR OF PRODUCENT EN WIL GRAAG PROMOTIEMATERIAAL VOOR MIJN FILM MAKEN, KAN IK HIERVOOR STEUN KRIJGEN?

Neen, deze steun kan alleen worden aangevraagd door distributeurs en sales agents uit een ander land dan het land van herkomst van de film.

 

WAT HOUDT DE MAATREGEL VOOR PILOOTPROJECTEN IN EN WELKE ORGANISATIES KOMEN IN AANMERKING?

Pilootprojecten zijn geen pilootafleveringen voor een televisieserie. De steunmaatregel Pilootprojecten is in 2002 opgezet om de digitale ontsluiting van het Europees audiovisueel erfgoed te bevorderen. Het gaat daarbij om pan-Europese, grootschalige projecten waarbij digitale diensten op innovatieve wijze worden benut ten behoeve van de distributie van content.

 

WAT WORDT PRECIES VERSTAAN ONDER EEN EUROPESE PRODUCTIE?

Binnen het MEDIA Programma werkt men met een puntensysteem. Een minimum van tien punten (op een totaal van 19) is vereist om als Europese productie beschouwd te worden.

Regisseur – 3
Scenarioschrijver – 3
Acteur 1 – 2
Acteur 2 – 2
Acteur 3 – 2
Componist – 1
Productie Design/Art Direction – 1
Cameraman – 1
Editor – 1
Geluid – 1
Locatie – 1
Laboratorium – 1

Totaal – 19

 

WAAR VIND IK DE LOGO’S VAN MEDIA?

Via deze link krijg je een lijst van mogelijke logo’s van MEDIA.

 

WAAR MOET IK MIJN STEUNAANVRAAG NAAR TOE STUREN?

Education Audiovisual and Culture Executive Agency
MEDIA Programme
Office: BOUR 3/30
Avenue de Bourget 1
1140 BRUSSELS, Belgium

In verband met de deadlines geldt de datum van de poststempel. Dit mag de datum van de deadline zijn.

 

OP WELKE EUROPESE MARKTEN KAN IK MIJN FILM IN ONTWIKKELING VOORSTELLEN?

Een overzicht van de MEDIA ondersteunde markten uit 2010 vind je in deze gids. Dit is onderverdeeld in fictie, kortfilm, documentaire, animatie, crossmedia en multidisciplinair.